1. Home
  2. Kennis
  3. Nieuws
  4. Wat is er anders en nieuw aan de Wet Toekomst Pensioenen?

Wat is er anders en nieuw aan de Wet Toekomst Pensioenen?

Stockfoto's | AZL

Er is weer een belangrijke stap gezet op weg naar een nieuw pensioenstelsel, genaamd Wet Toekomst Pensioenen (WTP). Een pensioenstelsel dat ruimte biedt voor indexatie, beter aansluit bij de huidige arbeidsmarkt en de sterkste elementen behoudt uit het oude pensioenstelsel. Het kabinet, sociale partners zoals jongeren- en ouderenorganisaties, de Pensioenfederatie, Verbond van Verzekeraars en DNB en AFM bereikten al eerder een pensioenakkoord over de invulling. Op 30 maart 2022 diende Minister Schouten voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen dit wetsvoorstel bij de Tweede Kamer voor behandeling.

Publicatiedatum 1 april 2022
Categorie Pensioenstelsel

De nieuwe wet staat aan de basis van een nieuw pensioenstelsel in Nederland. Het pensioen wordt voor deelnemers daarmee persoonlijker, transparanter en flexibeler.

1. Persoonlijker

De premie die men betaalt ziet men terug in het eigen pensioen. Iedereen bouwt een persoonlijk pensioenvermogen op. Zo is er een betere aansluiting op de arbeidsmarkt van nu. Werknemers blijven bijvoorbeeld minder vaak dan vroeger, hun hele leven lang bij dezelfde werkgever en switchen vaker tussen contractvormen. Het wetsvoorstel gaat mee met de tijd en vangt dit soort wisselingen op. De wet schept zelfs ruimte voor nieuwe pensioencontracten die eerder perspectief bieden op een koopkrachtig pensioen.

2. Transparanter

Het tweede doel van dit wetsvoorstel is om het pensioen voor werknemers transparanter te maken. Iedereen gaat pensioen opbouwen via een premieregeling. De pensioenpremie staat centraal en wordt voor alle leeftijden gelijk. Met de nieuwe regels ziet men duidelijker hoeveel geld zij en hun werkgever stoppen in hun pensioen en hoe snel dit bedrag groeit.

3. Flexibeler

Er is geen in de toekomst-beloofd pensioen meer, de pensioenhoogte stijgt en daalt mee met de economische ontwikkelingen. Als het goed gaat met de economie, dan gaat het verwachte pensioen of de uitkering omhoog. Gaat het economisch slechter? Dan kan het omlaag gaan. In de pensioencontracten wordt echter beter aangesloten bij de risicohouding van een werknemer.

Jongeren hebben de tijd om meevallers en tegenvallers in de beleggingen op te vangen. Naarmate men ouder wordt, is er minder ruimte om deze tegenvallers op te vangen. Daarom is er minder beweeglijkheid van de uitkering als men (bijna) met pensioen gaat. Zo voorkomt men onaangename verrassingen vlak voor het pensioen begint.

Nog een weg te gaan tot 2027

Het gaat om een van de grootste hervormingen in het pensioenstelsel in Nederland ooit en dat vergt tijd. In het wetsvoorstel zijn afspraken gemaakt om in de transitieperiode (2023-2027) al met de blik van het nieuwe stelsel naar het huidige stelsel te kijken. Pensioenfondsen die de intentie hebben om ook de huidige pensioenen over te zetten naar het nieuwe stelsel (het zogenaamde “invaren”) mogen onder voorwaarden met versoepelde indexatieregels rekenen. Hiervoor dient een overbruggingsplan te worden ingediend en is er in aanloop naar de overgang op het nieuwe stelsel, al meer zicht op indexatie.

Voor dit jaar, 2022, wordt dit via een apart besluit geregeld. Het voornemen is dat dit besluit per 1 juli 2022 in werking treedt en fondsen die aan de voorwaarden voldoen mogen dan over het hele jaar 2022 (prijs- of loon) indexatie geven.

Afhankelijk van de wetsbehandeling in de Tweede en Eerste Kamer, gelden de nieuwe regels vanaf 1 januari 2023. De sociale partners en pensioenuitvoerders krijgen dan vier jaar de tijd om pensioenregelingen aan te passen aan de nieuwe wetgeving, dus tot uiterlijk 1 januari 2027.

Wat is veranderd?

Op veel punten zijn er in het definitieve wetsvoorstel verduidelijkingen aangebracht ten opzichte van het eerdere voorstel uit de consultatie. Dit is er veranderd in het wetsvoorstel:

  • De mogelijkheid om bij flexibele premieovereenkomsten een risicoreserve te kunnen hanteren. Pensioenfondsen waaraan wettelijk verplicht moet worden deelgenomen moeten een dergelijke reserve gebruiken als ze een flexibele premieovereenkomst gaan uitvoeren.
  • Er is aandacht voor (gewezen) deelnemers waarvoor vrijstelling van premiebetaling wegens arbeidsongeschiktheid is verleend.
  • Indien ingegane pensioenen worden ingevaren in een flexibele premieovereenkomst is duidelijk dat pensioengerechtigden de keuze krijgen tussen een variabel of vast pensioen.
  • Duidelijk is dat alle pensioenfondsen een overbruggingsplan kunnen indienen zodat ze gebruik kunnen maken van het transitie ftk.
  • De mogelijkheid om pensioenopbouw in te halen als de opbouw op basis van de toen geldende maxima niet maximaal was.
  • Er is een nieuwe, aangepaste partnerdefinitie opgenomen.
  • Het pensioenfonds baseert de risicohouding van deelnemers zowel op de risicopreferentie van deelnemers, als op wetenschappelijke inzichten en deelnemerskenmerken.
  • Bij flexibele premieovereenkomsten wordt de periode voor inkoop van pensioen wettelijk begrensd.
  • Na 5 jaar, in 2028, wordt de wet geëvalueerd.

Wat is nieuw aan het wetsvoorstel?

Ook bevat het wetsvoorstel nieuwe onderdelen. We sommen de belangrijkste voor u op:

  • Het overgangsrecht opgebouwd nabestaandenpensioen is uitgebreid.
  • De partner die bij aanvang van de transitie aanspraak maakte op het opgebouwde partnerpensioen blijft dat ook na de overgang. We merken op dat hierdoor de overgang wel 30 jaar kan duren.
  • Bij invaren is ook de goedkeuring van de Raad van Toezicht voorgeschreven. Dat is een extra waarborg voor het vervallen van de mogelijkheid van bezwaar door de (gewezen) deelnemer tegen de interne waardeoverdracht (het invaren).
  • Voor pensioenfondsen die niet invaren is de mogelijkheid tot ringfencing opgenomen. Voor een algemeen pensioenfonds kan dat ook binnen een collectiviteitskring. Hiermee kan in ieder geval een vermenging van stelsels worden voorkomen.
  • Het wetsvoorstel bevat het voorschrift tot het treffen van een klachten- en geschillenregeling.
  • Ook is de mogelijkheid opgenomen om een tijdelijke geschilleninstantie aan te wijzen voor de behandeling in verband met invaren. Dit is een maatregel ter voorkoming van gerechtsprocedures.
  • In het wetsvoorstel is de mogelijkheid opgenomen om een Commissie transitie effecten standaardmethode in te stellen. Een pensioenfonds kan die benaderen om advies voor de aanwending van het eigen vermogen (MVEV uitkeringsovereenkomst) in te winnen of te vragen. Dat is voor het geval het verantwoordingsorgaan negatief heeft geadviseerd op aanpassing van transitie-effecten, als een negatieve bijstelling voor een cohort nog negatiever uitwerkt.
  • Het zal worden toegestaan om tijdelijk een risico- of solidariteitsreserve boven de 15% van het belegd vermogen aan te houden, tot 2037.
  • Het wetsvoorstel schrijft voor dat bij voortzetting van de dekking van het risicopartnerpensioen tijdens de WW periode, met de hoogte van de WW-uitkering rekening moet worden gehouden. Wij vinden dat dit de uitvoering complexer gemaakt.

Wet pensioenverdeling bij scheiding 2022

De minister kondigt aan het voorstel voor de Wet pensioenverdeling bij scheiding 2022 gelijktijdig met de Wet toekomst pensioenen te willen behandelen. Wij vinden dat heel verstandig.

AZL houdt de ontwikkelingen in de gaten

Het voorstel bevat ook bij een aantal nieuwe onderdelen delegatiebepalingen. Hierdoor kunnen we nog meer gedetailleerde voorschriften verwachten. Wij zijn benieuwd naar de uitwerking van de aangekondigde versoepeling van communicatieregels, zoals afschaffing van de formats voor Pensioen123 en het UPO. We houden de ontwikkelingen van het wetsvoorstel uiteraard in de gaten.

Het laatste pensioennieuws in uw inbox

Meld u aan voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van actuele ontwikkelingen in de pensioenwereld, lees updates over het pensioenstelsel en nieuws van AZL.