Dekkingsgraden daalden in het vierde kwartaal van 2023

Voor ruim 30 klanten becijfert en monitort AZL Actuariaat de dekkingsgraad. Hierbij houden we rekening met het fondsspecifieke beleid. Het verloop van de dekkingsgraad wordt afgezet tegen de renteontwikkeling, macro-economische ontwikkelingen en de belangrijke politieke gebeurtenissen. Hierbij bieden wij een update aan over het vierde kwartaal van 2023. Een periode waarin de dekkingsgraden een negatieve ontwikkeling vertoonden.
Gemiddelde dekkingsgraad daalt in het vierde kwartaal van 2023 naar 122,9%
De daling van de dekkingsgraad wordt vooral veroorzaakt door de flink gedaalde rente tijdens het kwartaal. Zo staat de 10-jaarsrente eind december op 2,49%. Eind september was dit nog 3,38%. Ook is bij een gedeelte van ons klantenbestand de te verlenen indexatie al verwerkt in de hoogte van de technische voorziening per 31 december 2023, wat ook een verlagend effect heeft op de dekkingsgraad.
De dekkingsgraaddaling wordt gedeeltelijk afgeremd door de sterk presterende aandelenkoersen. Zo stijgt de AEX van 729 basispunten eind september 2023 naar 787 basispunten eind december 2023. Tegelijkertijd is de inflatie in Nederland, na een flinke daling in het derde kwartaal, tijdens het vierde kwartaal van 2023 licht toegenomen, maar liggen de cijfers nog ver onder die van eind 2022. Zie het kopje 'Gedurende 2023' verderop in dit artikel voor meer details.
De gemiddelde dekkingsgraad daalt in het vierde kwartaal van 2023 van 129,9% naar 122,9% op basis van ons klantenbestand. Gekeken over heel 2023 is er een stijging waarneembaar; van 121,1% eind december 2022 naar de eerdergenoemde 122,9% van eind december 2023. Met zo’n 1,5 miljoen deelnemers in onze administratie is dit een goede weerspiegeling van wat er speelt in de markt.
Vernieuwd pensioenstelsel
De positieve dekkingsgraadontwikkeling over heel 2023 bekeken, is goed nieuws met het oog op de komst van het vernieuwde pensioenstelsel. Als fondsen van plan zijn om over te gaan richting het vernieuwde stelsel, dan kunnen zij gebruik maken van het transitie FTK. Hierin dienen fondsen een overbruggingsplan in, waarin ze aangeven met welke invaardekkingsgraad ze willen overgaan richting het vernieuwde stelsel.
Als de positieve ontwikkeling in 2024 voortzet, wordt de invaardekkingsgraad makkelijker gehaald en kunnen eventuele overschotten worden gebruikt voor compensatiedoeleinden of het vullen van mogelijke reserves. Nadat de Wet toekomst pensioenen eind 2022 is aangenomen door de Tweede Kamer, is de Wet eind mei 2023 ook door de Eerste Kamer gekomen. Per 1 juli 2023 is de wet officieel ingegaan.
De onderstaande grafiek toont de ontwikkeling van de gemiddelde dekkingsgraad afgezet tegen de belangrijkste sociaaleconomische gebeurtenissen. Onder de grafiek worden de belangrijkste zaken kort toegelicht.
De belangrijkste gebeurtenissen op een rij:
1 januari 2023
De Ultimate Forward Rate (UFR), waarmee pensioenfondsen de waarde van hun toekomstige verplichtingen berekenen, daalt door de ingang van de door de Commissie Parameters geadviseerde, nieuwe methodiek. Bij de vaststelling van de UFR spelen marktgegevens vanaf dit jaar een grotere rol dan voorheen. De nieuwe UFR-curve is tot en met de looptijd van 50 jaar gelijk aan de swapcurve.
8 februari 2023
Met het doel de inflatie terug te brengen tot 2% voert de ECB een nieuwe renteverhoging van 0,5%-punt door. Ook de Fed verhoogt begin februari de rente. Met 0,25%-punt was deze lager dan de vorige verhogingen van 0,5%-punt en 0,75%-punt.
14 februari 2023
De behandeling van de Wet toekomst pensioenen (Wtp) in de Eerste Kamer gaat van start. Er wordt afgetrapt met een tweetal bijeenkomsten waarbij deskundigen uitleg geven over de Wtp.
15 maart 2023
Uit de uitslag van de verkiezingen voor de Provinciale Staten blijkt dat de BoerBurgerBeweging (BBB) de grootste partij in de senaat zal worden. Alhoewel de partij een fel tegenstander van de Wet toekomst pensioenen is, blijven de acht partijen die voorstander zijn van de Wet toch een meerderheid behouden in de Eerste Kamer. Het is afhankelijk van de voortgang van de behandeling in de Eerste Kamer of de huidige samenstelling of de nieuwe samenstelling uiteindelijk over de Wet zal gaan stemmen. De huidige senaat zal op 6 juni de laatste keer samenkomen.
17 maart 2023
Na onder meer twee bijeenkomsten met uitleg door deskundigen over de Wet toekomst pensioenen, leveren de senatoren hun vragen over de Wet op aan minister Schouten. In totaal gaat het om meer dan duizend vragen. De onderwerpen variëren van het nut en de uitlegbaarheid van de stelselherziening tot invaren en verplichtstelling. Hierbij is aan minister Schouten gevraagd om binnen vier weken te antwoorden.
23 mei 2023
Nadat meerdere politieke partijen aandrongen op een verlenging van de transitieperiode voor fondsen naar het nieuwe pensioenstelsel besluit minister Schouten deze te verlengen van 1 januari 2027 naar 1 januari 2028, waardoor fondsen een jaar extra de tijd krijgen voor de transitie. De wijziging wordt vastgelegd in een Algemene Maatregel van Bestuur in plaats van ‘hard’ in de wet omdat deze dan makkelijker aanpasbaar is.
30 mei 2023
Vlak voor de installatie van de nieuwe samenstelling van de Eerste Kamer wordt er over de Wet toekomst pensioenen gestemd in de oorspronkelijke samenstelling. Naast regeringspartijen VVD, D66, CDA en ChristenUnie, krijgt de Wet ook steun van oppositiepartijen GroenLinks, PvdA en SGP. Van de 73 aanwezige senatoren stemmen er 46 voor en 27 tegen de Wet, waarmee de wet officieel is aangenomen en per 1 juli van kracht gaat.
21 juni 2023
Minister Schouten besluit om de versoepelde indexatieregels tot einde jaar te verlengen. Dit houdt in dat pensioenfondsen tot 2024 - ook zonder indiening van een overbruggingsplan - de pensioenen mogen indexeren vanaf een beleidsdekkingsgraad van minimaal 105%. Vóór dit besluit zou het toepassen van de versoepelde indexatieregels dit jaar alleen mogelijk zijn voor fondsen die vóór 1 september een overbruggingsplan zouden indienen bij DNB. Het verlengingsbesluit wordt genomen om pensioenfondsen meer tijd te geven voor het opstellen van een overbruggingsplan.
5 juli 2023
Minister Schouten laat weten dat de Wet bedrag ineens opnieuw is uitgesteld, dit maal van 1 januari 2024 naar 1 juli 2024. Dit komt doordat de herziene Wet op dit moment nog bij de Tweede Kamer ligt en de behandeling pas gepland staat voor na het zomerreces in september. Een ingangsdatum van 1 januari 2024 wordt door de minister onrealistisch geacht omdat het dan te kort dag wordt om deelnemers accuraat te informeren en omdat uitvoerders wellicht onvoldoende tijd hebben voor de implementatie.
7 juli 2023
Premier Mark Rutte biedt het ontslag van het kabinet Rutte IV aan, waardoor dit nu demissionair is. Volgens Sociale Zaken gaat de uitvoering van de Wet toekomst pensioenen gewoon door conform planning. Wel zal het demissionair kabinet terughoudend zijn met het ontwikkelen van nieuw beleid.
27 juli 2023
Ter verdere bestrijding van de langdurig hoge inflatie besluit de ECB om de rente opnieuw te verhogen. Nu met 25 basispunten, tot 3,75%. Dit betekent dat de hoogste rentestand sinds mei 2001 is bereikt.
21 augustus 2023
Het ministerie van Sociale Zaken start met een grote landelijke campagne om iedereen bewust te maken van het ingaan en het belang van het vernieuwde pensioenstelsel. Zo lopen er commercials op televisie en radio en is de website Pensioenduidelijkheid gelanceerd. Op deze website kunnen Nederlanders alle regels van het vernieuwde stelsel inzien en bekijken wat er voor hem/haar gaat veranderen.
20 september 2023
De ECB verhoogt de rente met 0,25%-punt, van 3,75% naar een recordhoogte 4%. De trigger om de renteverhoging door te voeren, is het feit dat de kerninflatie per eind juli hoger lag dan de verwachtingen van experts.
26 oktober 2023
De ECB besluit unaniem om de rente onveranderd te laten op 4%. Er is een adempauze ingelast waarin wordt bekeken welke effecten de afgelopen tien renteverhogingen hebben op de ontwikkeling van de economie en de inflatie. De ECB verwacht dat de inflatie pas in 2025 weer op de doelstelling van 2% terugkeert.
22 november 2023
De verkiezingen voor de Tweede Kamer vinden plaats, waarbij de PVV als grootste partij uit de bus komt met 37 behaalde zetels. De partijen die eerder tegen de Wtp stemden - PVV, NSC, BBB, SP, Partij voor de Dieren, Forum voor Democratie, Denk en JA21 – behalen samen 79 zetels, wat een meerderheid betekent. Hiermee is de kans toegenomen dat er zaken gaan veranderen aan de herziening van de pensioenwet.
28 november 2023
Zowel demissionair minister Schouten als DNB-directielid Else Bos reageren op de verkiezingsuitslag. Beiden zien geen aanleiding voor een wijziging van aanpak en adviseren pensioenfondsen dan ook om de implementatie van de stelselherziening ‘gewoon’ voort te zetten. De sector lijkt dit advies op te volgen en verwacht dat de formatie van een nieuw kabinet een langdurig en moeizaam proces zal worden en dat wanneer het uiteindelijk tot wetswijzigingen of een intrekking van de Wet leidt, zo’n traject ook veel tijd in beslag neemt. De eerste pensioenfondsen varen in per 1 januari 2025 waarbij de kans aanwezig is dat dit eerder is dan dat er een eventuele wetswijziging ligt.
31 december 2023
De per 1 januari 2024 te verlenen indexatie wordt bij een deel van de fondsen per 31 december al meegenomen in de technische voorziening van de betreffende fondsen. Dit heeft een verhogend effect op de technische voorziening en dus een verlagend effect op de dekkingsgraad.
Inflatieontwikkeling in 2023
Na een flinke daling in het derde kwartaal, laat de inflatie in het vierde kwartaal van 2023 een licht stijgende trend zien in Nederland. In de eurozone zet de daling verder door. De inflatiecijfers liggen nog flink onder de cijfers per einde 2022. Ultimo december bedraagt de inflatie in Nederland op jaarbasis 1,0% (HICP; ultimo Q3 2023: -0,3%) en in de eurozone 2,9% (HICP; ultimo Q3 2023: 4,3%). De belangrijkste oorzaak van de lichte stijging van de inflatie in Nederland is de minder sterke daling van de kosten voor energie gedurende het vierde kwartaal ten opzichte van een jaar eerder. Uit cijfers van het CBS blijkt dat de energieprijzen ultimo december 24,6% lager liggen dan een jaar eerder. Ultimo september 2023 was dit nog 38,2% lager dan een jaar eerder. De voedselprijzen liggen ultimo het vierde kwartaal 5,3% hoger ten opzichte van een jaar eerder. Ultimo september 2023 bedroeg deze prijsstijging nog 10,0%, waarmee de inflatie op voedselprijzen verder lijkt af te zwakken.