Klein gebaar, groot verschil

Duurzaam werkgeverschap is voor AZL een belangrijk focusgebied. We zetten ons als organisatie in om een goede werkgever te zijn voor onze medewerkers. Vrijwilligerswerk is daar één voorbeeld van en stimuleren we daarom ook enorm. Binnen AZL hebben twee medewerkers (Pieter van Eijden en Armand van Hulst) een opmerkelijke overeenkomst. Beiden verrichten vrijwilligerswerk voor het Ronald McDonald Huis Maastricht. Een gesprek tussen twee collega’s die hun bijzondere verhaal delen met elkaar.
Vrijwilligersbloed
Zowel Pieter als Armand hebben het vrijwilligersbloed in zich. In het verleden hebben ze zich volop ingezet voor diverse organisaties. In 2021 maakten ze allebei – los van elkaar – de keuze om vrijwilligerswerk te doen voor het Ronald McDonald Huis Maastricht. Pieter startte in oktober, Armand in december. Ze kenden elkaar toen nog niet en wisten dus ook niet dat ze in hetzelfde ‘Huis’ zaten. “Ik legde pas een link toen Armand in dienst kwam bij AZL”, geeft Pieter aan.
De keuze voor het Ronald McDonald Huis Maastricht was voor Pieter een beetje toeval. Na zijn verhuizing richting Maastricht, wilde de Directeur Pensioenuitvoering het vrijwilligerswerk weer oppakken en daarbij graag in contact blijven met mensen. “Door er te zijn voor de gezinnen en ze optimaal te ontzorgen, maak je toch op een bepaalde manier het verschil. Dat voel je en zie je. Dat vind ik heel waardevol.”
Voor Armand was het daarentegen juist een hele bewuste keuze. Op 8-jarige leeftijd is hij zelf opgenomen in het ziekenhuis. “Ik realiseerde me heel goed wat de impact is voor het gezin, maar ook hoe belangrijk het is om je ouders dicht bij je te hebben als er iets ernstigs met je aan de hand is en je in het ziekenhuis ligt.”
Rollercoaster
Het Ronald McDonald Huis Maastricht zorgt ervoor dat de ouders van ernstig zieke kinderen een tijdelijk thuis dicht bij het ziekenhuis hebben. Het verblijven in het Huis doet niemand natuurlijk voor zijn plezier. Dit heeft een enorme impact op iemands leven. Pieter en Armand doen er daarom samen met het hele vrijwilligersteam, alles aan om de ouders maximaal te ontzorgen en ze een zo fijn mogelijk ‘thuisgevoel’ te geven. Denk hierbij aan het in- en uitchecken van gasten, kamers gereedmaken bij een wisseling, een kaarsje aansteken, een luisterend oor bieden, en een schouder om op te huilen.

Uit de gesprekken die Armand en Pieter met elkaar voeren en de talloze voorbeelden die ze benoemen, blijkt dat de twee heren soms in een regelrechte rollercoaster terechtkomen. Zowel in de positieve als negatieve zin. Zo krijg je heftige verhalen van ouders met ernstig zieke kinderen te horen, waarvan de afloop soms ongewis is. Het komt veruit in de meeste gevallen goed, maar het gebeurt ook wel eens dat er sprake is van geen goede afloop. De lijn tussen leven en dood is flinterdun. “Het verdriet van de ouders zorgt er soms voor dat de tranen je ook daadwerkelijk zelf in de ogen staan. Je vraagt je soms af: hoe kan het, hoe bestaat het?”, zegt Armand. Pieter vult aan. “Je kunt het niet voor ze oplossen en het maakt je als persoon heel nederig en dankbaar voor hetgeen je hebt.”
Prachtige momenten
Je ervaart volgens Armand echter ook veelvuldig prachtige momenten, waarin je veel dankbaarheid voelt van de ouders. “Ze delen de meest intieme fase van hun leven met je en laten je als vrijwilliger daarin toe”, benadrukt hij. Pieter knikt instemmend en haakt erop in: “Ze hebben zoveel aan hun hoofd. Door ze de optimale warmte en gastvrijheid te bieden, kunnen ze vrij bewegen in het Huis. En ik denk dat het daar ook om draait. Dat de ouders even weg zijn van de ziekenhuisomgeving, de mensen met de witte jassen en allerhande piepjes. Het gaat mij er tijdens mijn dienst om dat ze geen problemen ervaren tijdens hun verblijf en ze er goed kunnen vertoeven. Dat alles er is en, wanneer er vragen zijn, ik voor ze klaarsta.”
Het is voor Pieter en Armand een kleine moeite om wekelijks naar Maastricht te rijden en zich 110 procent in te zetten tijdens hun dienst. “Ik verheug me altijd weer om er naartoe te gaan”, zegt Armand, waarna Pieter hem tenslotte aanvult. “Je kunt met een klein gebaar een groot verschil maken voor mensen. Ik kan het echt iedereen aanraden om je op wat voor manier dan ook vrijwillig in te zetten voor iets.”