1. Home
  2. Kennis
  3. Nieuws
  4. Het nieuwe partnerpensioen: een breinbreker voor fondsbesturen?

Het nieuwe partnerpensioen: een breinbreker voor fondsbesturen?

Nieuws | AZL

Het partnerpensioen bij overlijden vóór de pensioendatum wordt niet meer diensttijdafhankelijk. Dat is het voorstel van minister Koolmees om het partnerpensioen te wijzigen tegelijk met de hervorming van het pensioenstelsel. Het nieuwe partnerpensioen wordt daardoor eenvoudiger en biedt een oplossing voor hiaten in dekking bij meerdere dienstverbanden. Vooral ouderen profiteren door een forse stijging van de dekking. Is het voorstel alleen maar goed nieuws of zijn er ook risico’s waarmee we rekening moeten houden voor de andere leeftijdsgroepen?

Publicatiedatum 21 september 2021
Categorie Pensioenstelsel

Het huidige partnerpensioen is vrij divers: fondsen kunnen het op verschillende manieren vormgeven. Die verschillen zitten vooral in de hoogte van het partnerpensioen, het partnerbegrip en in de financieringsvormen. Als iedereen jaren bij dezelfde werkgever zou werken, maakt dat weinig uit. Maar nu veel mensen jobhoppen, zien we dat het door versnippering vaak lastig is om de hoogte van de dekking te bepalen. Minister Koolmees vond dat ook, dus schreef hij een voorstel om het partnerpensioen te wijzigen in samenloop met de hervorming van het pensioenstelsel.

Wat verandert er precies?

Het partnerpensioen bij overlijden na de pensioendatum wijzigt niet. De minister stelt voor om het partnerpensioen bij overlijden vóór de pensioendatum niet meer diensttijdafhankelijk te maken. In plaats daarvan gaan we voor elke deelnemer uit van hetzelfde vaste percentage van het fiscaal gemaximeerde salaris. Dat percentage mag maximaal 50% zijn en het partnerpensioen wordt op risicobasis verzekerd. Het aanbieden van een partnerpensioen is overigens net als nu géén verplichting.

Zo berekenden wij de effecten van het nieuwe partnerpensioen

Wij rekenden het nieuwe partnerpensioen door voor circa 186-duizend actieve deelnemers die aangesloten zijn bij een tiental van onze pensioenfondsen. Het gaat om deelnemers met een defined-benefit-regeling en een partnerpensioen op opbouwbasis.

In de concept wetgeving staat dat bestaande partnerpensioenen geëerbiedigd worden. Het nieuwe risicopartnerpensioen komt bovenop de bestaande partnerpensioenaanspraken. Er wordt dus geen rekening gehouden met aftrek van de opgebouwde aanspraken. Voor actieve deelnemers die reeds een groot deel van hun partnerpensioen hebben opgebouwd kan dit leiden tot een forse stijging van het partnerpensioen bij overlijden voorafgaand aan pensionering.

De éénjaarsrisicopremie voor het nieuwe partnerpensioen stijgt dan ook sterk ten opzichte van de huidige risicopremie. In de huidige situatie is de risicopremie immers alleen nodig voor het niet-gefinancierde partnerpensioen over toekomstige dienstjaren.

Wat gebeurt er als wij kijken naar alleen de toekomstige risicodekking?

In grafiek 1 ziet u de gevolgen van het nieuwe partnerpensioen indien we kijken naar de toekomstige risicodekking. We zetten daarbij het toekomstige partnerpensioen uit de huidige regeling af tegen het toekomstige partnerpensioen in de nieuwe regeling. We houden dus geen rekening met het pensioen dat deelnemers al opbouwden in de huidige en mogelijke andere regelingen.

We laten zien wat er gebeurt als we uitgaan van het maximale percentage van 50% van het salaris. Daartegenover zetten we een kostenneutrale variant, waarbij de totale jaarlijkse overlijdensrisicopremie gelijk is aan de huidige jaarlijkse overlijdensrisicopremie. Omgerekend is dat een partnerpensioen van 11% van het salaris.

Nieuws | AZL

Wat zien we?

Een partnerpensioen van 50% van het salaris (oranje) is altijd meer dan het huidige partnerpensioen (blauw), op basis van een afgeleide van de pensioengrondslag. Dat zien we ook in de grafiek. Vooral voor oudere deelnemers, met een lage toekomstige opbouw, neemt het partnerpensioen enorm toe. Dit komt met name doordat het nieuwe partnerpensioen diensttijd onafhankelijk is. In een kostenneutrale variant (grijs), waarin we voor iedereen een partnerpensioen van 11% van het salaris hanteren, gaan met name jongere deelnemers er sterk op achteruit. We zien in dat scenario bij oudere deelnemers nog steeds een behoorlijke stijging ten opzichte van de huidige regeling. Beide opties wijken dus flink af van de huidige regeling.

Wat gebeurt er als deelnemers bestaande aanspraken behouden?

In het wetsvoorstel staat dat de verworven pensioenaanspraken op partnerpensioen geëerbiedigd blijven. Hoe we dit na de transitieperiode precies vorm moeten geven, is nog niet duidelijk. In grafiek 2 laten we zien wat er gebeurt als we de opgebouwde pensioenaanspraken behouden in combinatie met de nieuwe partnerpensioentoezegging. Daarbij veronderstellen we dat het nieuwe risicopartnerpensioen niet verlaagd wordt met het reeds opgebouwde partnerpensioen. We vergelijken de huidige totale aanspraken (blauw) met de situatie waarin het reeds opgebouwde partnerpensioen wordt gecombineerd met een nieuw partnerpensioen van 25% (groen) en de in termen van overlijdensrisicopremie kostenneutrale variant zijnde 11% (grijs) van het salaris.

Nieuws | AZL

Wat valt op?

Bij een partnerpensioen van 25% van het salaris (groen) zien we een forse stijging in de dekking bij ouderen, al vanaf een jaar of 45. Deze stijging volgt uit de nieuwe toezegging partnerpensioen die bovenop het huidige opgebouwde partnerpensioen komt. Jongeren (onder de 35) krijgen een vergelijkbaar partnerpensioen bij een percentage van 25% van het salaris. Alleen stijgt de jaarlijkse overlijdensrisicopremie voor het niet-gefinancierde partnerpensioen dan met 235% ten opzichte van de huidige regeling.

In de kostenneutrale variant (grijs), waarin we voor iedereen een partnerpensioen van 11% van het salaris hanteren, gaan in lijn met grafiek 1 alleen de ouderen erop vooruit. Voor de overige deelnemers is het opgebouwde partnerpensioen onvoldoende om de achteruitgang op basis van het partnerpensioen uit de nieuwe regeling te compenseren.

Wat vinden wij van het voorstel?

Het voorstel voor een diensttijdonafhankelijk vast percentage voor alle leeftijden heeft zo z’n voordelen: het is eenvoudiger en het biedt een oplossing voor hiaten in dekking bij meerdere dienstverbanden. We zien een forse stijging van de dekking voor met name ouderen. Het lijkt ons belangrijk om goed te kijken of deze forse stijging opweegt tegen de hogere overlijdensrisicopremie die dit met zich meebrengt, eventueel in het licht van de gehele financiële opzet van de nieuwe regeling.

Wij staan positief tegenover het onderzoeken van de mogelijkheid om een deel van het opgebouwd pensioenkapitaal te gebruiken voor financiering van partnerpensioen bij overlijden voorafgaand aan pensioneren. Dit heeft een dempend effect op de risicopremies.

Wat gebeurt er met het wetsvoorstel?

Het wetsvoorstel is bij lange na nog niet definitief. Er zijn veel reacties gekomen op het voorstel, met name op de enorme overdekking voor hoge leeftijden. Wij verwachten dat de minister met een nieuw voorstel komt. We houden u uiteraard op de hoogte van de gevolgen daarvan.

Benieuwd wat het nieuwe partnerpensioen betekent voor uw fonds? Neem dan contact op met AZL actuariaat.

Het laatste pensioennieuws in uw inbox

Meld u aan voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van actuele ontwikkelingen in de pensioenwereld, lees updates over het pensioenstelsel en nieuws van AZL.