Eerste Kamer akkoord met tragere stijging AOW-leeftijd

Een belangrijk onderdeel van het pensioenakkoord is de bevriezing en verminderde stijging van de AOW-leeftijd. Dat wordt geregeld in de Wet temporisering verhoging AOW-leeftijd. Op 2 juli 2019 heeft de Eerste Kamer het voorstel voor deze wet aangenomen. De wet gaat op 1 januari 2020 in.
Hieronder vatten we de inhoud en de gevolgen samen van de temporisering van de verhoging van de AOW-leeftijd.
AOW-leeftijd
De AOW-leeftijd wordt tot 2022 bevroren en stijgt daarna.
Jaar | Voor wetswijziging | Na wetswijziging |
2020 | 66 jaar en 8 maanden | 66 jaar en 4 maanden |
2021 | 67 jaar | 66 jaar en 4 maanden |
2022 | 66 jaar en 7 maanden | |
2023 | 66 jaar en 10 maanden | |
2024 | 67 jaar |
Na 2024 volgt een koppeling van de stijging van de AOW-leeftijd aan de stijging van de levensverwachting. Een wetsvoorstel daarvoor zal over enkele jaren worden ingediend. Aangekondigd is een stijging van de AOW-leeftijd met 8 maanden voor iedere stijging van de levensverwachting vanaf de 65-jarige leeftijd van één jaar.
Gevolgen
Samenloop met AOW-uitkering
De tijdelijke bevriezing tot 2022 en tragere stijging daarna heeft gevolg voor degenen die hun ouderdomspensioen voor de AOW-leeftijd hebben laten ingaan en gekozen hebben voor een tijdelijke overbrugging die zou eindigen op hun oorspronkelijke AOW-leeftijd in de periode 2020 tot 2025. Hun tijdelijke overbrugging loopt 4 tot 8 maanden samen met hun AOW-uitkering, wat fiscaal niet is toegestaan op grond van artikel 18d, lid 3 Wet op de loonbelasting 1964.
Wij hebben vernomen dat deze samenloop en de fiscale gevolgen hiervan in regelgeving zal worden opgelost en gaan er vanuit dat deze samenloop tijdelijk wordt toegestaan voor ingegane pensioenen.
Arbeidsongeschiktheid
Er zijn pensioenfondsen die het recht op een uitkering van arbeidsongeschiktheidspensioen laten eindigen bij het bereiken van de AOW-leeftijd. Ook zijn er pensioenfondsen die de premievrije pensioenopbouw wegens arbeidsongeschiktheid laten eindigen bij het bereiken van de AOW-leeftijd.
In deze gevallen zullen het arbeidsongeschiktheidspensioen en/of de premievrije pensioenopbouw eerder eindigen dan tot nu verwacht werd.
Deelnemingsjarenpensioen
Het vereiste aantal deelnemingsjaren en de pensioengerechtigde leeftijd voor het deelnemingsjarenpensioen wordt aangepast.
Jaar | Voor wetswijziging | Na wetswijziging | |
2022 | vereist aantal deelnemingsjaren | 41 jaar en 4 maanden | 41 jaar en 7 maanden |
pensioengerechtigde leeftijd | 64 jaar en 4 maanden | 64 jaar en 7 maanden | |
2023 | vereist aantal deelnemingsjaren | 41 jaar en 7 maanden | 41 jaar en 10 maanden |
pensioengerechtigde leeftijd | 64 jaar en 7 maanden | 64 jaar en 10 maanden | |
2024 | vereist aantal deelnemingsjaren | 41 jaar en 10 maanden | 42 jaar |
pensioengerechtigde leeftijd | 64 jaar en 10 maanden | 65 jaar |
Wet tegemoetkoming loondomein
Tegemoetkomingen die werkgevers van de fiscus kunnen ontvangen, het zogenaamde lage-inkomensvoordeel en het jeugd-inkomensvoordeel voor oudere, gehandicapte en scholingsbelemmerde werknemers, worden in 2020 verlaagd. Het jeugd inkomensvoordeel vervalt vanaf 2024. Deze maatregel draagt bij aan de financiering van de temporisering van de verhoging van de AOW-leeftijd. Voor pensioenfondsen heeft dit geen gevolgen.