De kansen en uitdagingen van uitvoerders richting het nieuwe pensioenstelsel

Daar spraken Monique Sueters (AZL), Paul Everloo (TKP) en Arjan van de Griend (Achmea) met elkaar over tijdens het Pensioen Pro Focuscongres op 17 maart in de Rode Hoed in Amsterdam. Het thema van het congres was “Werk in uitvoering: Een nieuw stelsel in de steigers”. Tijdens het afsluitende panelgesprek waren de uitvoerders aan de beurt om hun voorbereidingen te bespreken onder leiding van André de Vos namens Pensioen Pro.

Het panelgesprek kende een aantal thema’s. André was vooral benieuwd naar de planning van de fondsen om te kunnen migreren, hoe ver de voorbereidingen stonden, welke uitdagingen er zijn, welke platformen de uitvoerders nodig hebben en op welke vlakken pensioenuitvoerders kunnen samenwerken richting het nieuwe stelsel.

Veel voorbereiden

Monique gaf aan dat AZL met smart wacht op de definitieve wet, maar dat er natuurlijk al heel veel wél gedaan kan worden. Denk daarbij aan het ontwikkelen van productmodellen, het op orde brengen van de datakwaliteit en het voorbereiden van de deelnemerscommunicatie. Het is een complexe wijziging, dus het is belangrijk dat goed voor te bereiden. Haar oproep aan de pensioenfondsen: start zo snel mogelijk.

De planning van de fondsen is natuurlijk ook belangrijk bij alle uitvoerders. Je wilt voorkomen dat ieder fonds tegelijk wil migreren. Bij TKP zien ze dat de meeste fondsen zich op 2025 of 2026 richten. Volgens Monique is een transitie in 2023 of 2024 te vroeg als je kijkt naar de huidige wetgeving. “Je moet dit jaar dan alles in kannen en kruiken hebben om het in 2024 te kunnen.”

Data op orde

Een belangrijk onderdeel om te kunnen migreren is het op orde hebben van de datakwaliteit. DNB gaf aan dat er zorgen zijn over deze datakwaliteit. Bij de uitvoerders worden er flinke stappen gezet om samen met de fondsen die datakwaliteit op orde te brengen. Achmea voert een beleid op datakwaliteit om de complexiteit te reduceren, bij TKP is het onderdeel van het transitietraject en ook bij AZL zijn er initiatieven om aantoonbaar in control te zijn.”

In de transitie kijkt iedere uitvoerder naar hun IT-platformen, om de nieuwe realiteit te kunnen uitvoeren. Die beweging zorgt er ook voor dat buitenlandse partijen zich melden op de Nederlandse markt. De verschillende uitvoerders staan open voor deze buitenlandse partijen. Monique: “Het draait om de deelnemer. Die willen we helpen met inzicht en overzicht, zodat we ze echt kunnen helpen met hun keuzes. Dan zijn er andere zaken in de portalen nodig. Dit is het moment om die stap te zetten als uitvoerder. Het is verstandig om in de markt goed te kijken naar wie de beste oplossing biedt. Vooral als een partij veel ervaring heeft.”

De krachten bundelen

Iedere uitvoerder wil nu een eigen wiel uitvinden met een eigen oplossing. Zit er winst voor de uitvoerder om daarin meer samen op te trekken? Paul: “We gaan niet naar één oplossing voor iedereen, maar op lange termijn is administratie veel meer een commodity. Je onderscheidt je dan als uitvoerder op andere vlakken, bijvoorbeeld de interactie met deelnemers. We zoeken daarbij nu ook de samenwerking op. Ook met de concurrenten. Het gaat namelijk om de dienstverlening naar fondsen en naar deelnemers. Vooral richting het nieuwe pensioenstelsel zie ik dat niet als concurrentie.”

Monique: “Iedereen heeft zijn eigen weg te lopen, maar we hebben samen de verantwoordelijkheid om 19 miljoen deelnemers te begeleiden en hen alles goed uit te leggen. We overleggen met andere uitvoerders en fondsen hoe we elkaar daarbij kunnen helpen. Op een aantal vlakken vaar je de eigen koers, maar er is ook een gezamenlijke verantwoordelijkheid en een mooie kans om de sector vooruit te helpen.”